26 feb Wat is de toekomst van zonnepanelen zonder terugdraaiende teller?
Veel consumenten verliezen het vertrouwen in zonnepanelen en energiebewuste oplossingen in het algemeen. Dit is jammer maar begrijpelijk. Want met zonnepanelen zonder terugdraaiende teller stijgt niet alleen de energiefactuur, maar ook de terugverdientijd van de installatie. Veel Vlamingen dreigen dus een pak minder rendement uit hun groene investering te halen. Dit topic heeft de afgelopen weken en maanden dan ook meermaals de krantenkoppen gehaald. Hoogtijd om alles op een rijtje te plaatsen en samen te kijken naar de (toekomstige) mogelijkheden.
Verschil tussen zonnepanelen en -collectoren
Soms worden fotovoltaïsche panelen met zonnecollectoren verward. Nochtans heeft elk systeem zijn specifieke functie. De fotovoltaïsche panelen, of kortweg PV-panelen of zonnepanelen, zetten zonne-energie om naar elektriciteit. Daarnaast zullen zonnecollectoren in combinatie met een zonneboiler jouw sanitair water verwarmen. Wat beide technieken gemeen hebben, is dat ze de zon als gratis hernieuwbare energie gebruiken. Vanuit ecologisch standpunt blijven ze heel interessant.
Wat vooraf ging
Intussen kunnen we een boek schrijven over het woelige verleden van de zonnepanelen in Vlaanderen. Sinds 2013 kunnen velen genieten van groene stroomcertificaten én terugdraaiende meters. Deze subsidies veroorzaken echter al jaren een grote schuldenberg, die men tracht weg te werken met taks of netkosten. Gestimuleerd door de regering en de markt bleef het aantal nieuwe installaties toch elk jaar groeien. In 2020 brak de stormloop op zonnepanelen helemaal los als reactie op het verdwijnen van de terugdraaiende teller. Iedereen wilde zijn installatie nog vlug geplaatst en gekeurd hebben om te profiteren van de terugdraaiende teller gedurende 15 jaar. Echter startte 2021 voor velen met een serieuze domper. Want het grondwettelijk Hof vernietigde deze gunstregeling.
Wat doet een terugdraaiende teller?
Zolang het openbare distributienet dit toelaat, wordt de overschot aan opgewekte stroom automatisch op het net geplaatst. Jouw elektriciteitsmeter draait op dat moment terug. Als je daarentegen stroom verbruikt terwijl je geen zonne-energie produceert, neem je energie van het net. En draait jouw teller in de andere richting. Een terugdraaiende teller meet op het einde van het jaar gewoon het verschil tussen beide. Hierdoor kan je in de zomer gratis stroom opwekken om tijdens de winter te verbruiken. Elke kilowattuur (kWh) die je op het net plaatst, krijgt zo dezelfde waarde als die je van het net haalt.
Hoe werkt de digitale meter?
Consumenten met een digitale meter zullen eveneens vergoed worden voor de stroom die ze op het net plaatsen, maar tegen een lagere eenheidsprijs. Er is namelijk een groot prijsverschil tussen stroom die je afneemt of op het net zet. Als je 1 kWh van het stroomnet verbruikt, betaal je naast de eenheid stroom ook distributie- en transportkosten en belastingen. Als je stroom op het net injecteert, krijg je enkel de eenheidsprijs voor die ene kWh terug. En dit waarschijnlijk aan lager tarief. Als je bovendien vooral ’s avonds en ’s nachts stroom verbruikt, zal je installatie niet rendabel zijn. Oorspronkelijk was het de bedoeling om bovendien een injectietarief in te voeren voor de stroom die op het net geplaatst wordt, maar dit is voorlopig uitgesteld. Je zal wel een contract met je energieleverancier moeten afsluiten om in de toekomst stroom op het net te kunnen plaatsen.
Wat met zonnepanelen zonder terugdraaiende teller?
Voor zonnepanelen zonder terugdraaiende teller wordt terugverdientijd langer omdat de stroomrekening hoger wordt. Als het voorheen zeven jaar duurde vooraleer je installatie winstgevend was, zal dit nu pas vanaf het tiende jaar zijn. Maar het is niet voor elke Vlaming een negatief verhaal. Omdat bij het wegvallen van de gunstregeling ook het prosumententarief verdwijnt. De omvang hiervan hangt af van je omvormer, meer bepaald van zijn vermogen. Wie een groot deel van je opgewekte stroom meteen verbruikt, zal goedkoper gesteld zijn met dit nieuwe systeem. Eigenaars van zonnepanelen met een klassieke meter kunnen de plaatsing van hun digitale meter zelfs tot 2025 uitstellen. Voor de anderen is er een compensatie uitgewerkt. Maar deze dient nog voorgelegd te worden aan de VREG en Raad van State.
Capaciteitstarief
Vroeger namen we enkel stroom af van het net voor huishoudelijk gebruik. Vandaag is het niet ondenkbaar dat je met een elektrische wagen rijdt of een woning hebt met airco en/of warmtepomp. Ons verbruik ligt dus hoger. En we gebruiken het distributienet intensiever. Dit is een probleem! Want onze infrastructuur is niet voorzien op deze grotere en gelijktijdige piekbelastingen. Vanaf 2022 wordt onze energiefactuur dus anders berekend. Met het invoeren van het capaciteitstarief willen distributiemaatschappijen zware investeringen vermijden. Deze nieuwe berekening moet ons in de eerste plaats als consument bewust maken van ons verbruik en ons verbruikspatroon. Het zal ons aansporen om vooral stroom te consumeren in dalmomenten. Als je minstens 35 % van je opgewekte stroom meteen kan consumeren, wordt het nieuwe systeem voordeliger.
Worden milieuvriendelijke technologieën extra afgestraft?
Mensen met een warmtepomp worden misschien nog het hardste getroffen door deze veranderingen. Zij investeren vaak een groot aantal zonnepanelen om in de zomer veel energie op te wekken. Op die manier creëren ze voldoende reserve om hun gebouw vrijwel gratis te verwarmen tijdens grijze winterdagen. Met het wegvallen van de terugdraaiende meter en gewijzigde berekening van de energiefactuur, kan deze tot 1 000 euro per jaar duurder worden. Enkel een slimme warmtepomp kan die bittere pil een beetje verzachten.
Tenslotte hebben velen een paar extra panelen laten plaatsen voor het opladen van hun elektrische of hybride wagen. Ook deze gezinnen zullen hun energierekening zien stijgen. Biedt een thuisbatterij een oplossing voor deze mensen?
Thuisbatterij
Als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, kan je beroep doen op een premie voor de aankoop en plaatsing van een thuisbatterij. Tot maart 2021 bedraagt deze 250 euro per kilowattuur – met een maximum van 3200 euro – maar kan nooit meer bedragen dan 35% van de investeringskosten. En van april tot december 2021 wordt dit bedrag opgetrokken tot 300 euro per kilowattuur.
Maar hoe rendabel is een batterij nu? Wel daar lopen de meningen nogal uiteen. Elke situatie is natuurlijk verschillend. Drie belangrijke afwegingsfactoren zijn de levensduur van de batterij, het rendement en de terugverdientijd. Duurdere modellen hebben niet enkel een hoger rendement, maar kunnen ook meer laadcycli ondergaan tijdens hun levensduur. Hun nadeel is de hoge investeringskost waardoor ze niet vaak geplaatst worden. Globaal genomen zullen meer mensen thuis batterijen plaatsen als de kostprijs ervan daalt. En hoogstwaarschijnlijk zullen ook andere en nieuwe technologische ontwikkelingen in de toekomst een oplossing bieden.
Investeren in een groen klimaat
Als we verder kijken dan onze portefeuille, blijven zonnepanelen interessant. Ze produceren niet alleen groene stroom, maar verkleinen ook jouw ecologische voetafdruk. Op een plat dak bieden de zonnepanelen bovendien bescherming tegen UV straling waardoor de levensduur van je dakbedekking verlengd wordt. Daarnaast vormen de panelen ook een soort buffer, waardoor ze -in beperkte mate natuurlijk – het verwarmen van onderliggende ruimtes tegengaan.
Het spreiden van je zonnepanelen over verschillende oriëntaties draagt bij tot een stabielere opbrengst over de hele dag. En zorgt ervoor dat je een kleine omvormer nodig hebt. Wil je weten hoe geschikt jouw dak is voor zonnepanelen of een zonneboiler? Dan kan je zonnekaart raadplegen.
Wil je energie- en prijsbewust bouwen? Neem dan contact voor de mogelijkheden op jouw maat.